4-Way Test
De zogeheten “Four-Way Test”, wereldwijd opgevolgd door Rotarians in hun zakelijke en beroepsmatige leven, werd bedacht door Rotarian Herbert J. Taylor in 1932. Sindsdien is deze vertaald in meer dan 100 talen. De tekst van de oorspronkelijke toets van Taylor luidde: The Four-Way Test of the things we think, say or do. In het Nederlands wordt de 4-Way Test wel eens kernachtig in één zin samengevat: Is het zo, mag het zo, kan het zo, moet het zo…
Is het waar?
Binnen Rotary stellen we ons eerst de vraag of de informatie, die wij in welke vorm ook bijvoorbeeld via sms, whatsapp, e-mail of gesproken woord ontvangen, of de opvatting die wij zelf op welke manier ook uiten ‘de waarheid’ is?
Is het redelijk voor alle betrokkenen?
De tweede vraag: ‘Is het redelijk voor alle betrokkenen?’ geeft een eenvoudig kompas om ons bewust te zijn van de gevolgen van ons doen en (na)laten. Als het niet redelijk is, dan moeten we het niet doen. Als het niet redelijk blijkt uit te werken, als het gevolg van wat we wel of niet gedaan of nagelaten hebben om te doen, dan moeten we handelen om het effect van die ongewenste gevolgen ongedaan te maken.
Bevordert het onderling vertrouwen en vriendschap?
De derde vraag – of het bijdraagt aan de welwillendheid en aan betere vriendschap – vergt inlevingsvermogen en/of de moed om aan anderen te vragen hoe zij er tegenaan kijken.
Komt het alle betrokkenen ten goede?
De vierde vraag: ‘Komt het alle betrokkenen ten goede?’, vraagt opnieuw onderzoek naar de uitwerking. Voor welke impact kies jij en welke effect heeft dat op de maatschappij?
